In gewrichten zit kraakbeen en gewrichtsvloeistof welke ervoor zorgen dat botten soepel over elkaar heen kunnen bewegen. Bij artrose, ook wel slijtage genoemd, gaat er meer gewrichtskraakbeen verloren dan er door het lichaam geproduceerd kan worden. Hierdoor wordt het kraakbeen dunner en kan het op sommige plaatsen geheel verdwijnen, waardoor bot op bot contact kan ontstaan. Daarnaast vermindert de gewrichtsvloeistof (synovium). Het synovium is nodig om het gewricht soepel te bewegen en om schokken op te vangen. Als het synovium afneemt, schuren de gewrichtsoppervlakken (nog) meer over elkaar heen wat pijn en stijfheid kan opleveren. Artrose komt voornamelijk voor in de gewrichten van de knie, onderrug, nek, heup, schouder en de hand.
De mate van klachten die iemand ervaart als gevolg van artrose zijn sterk verschillend. Zo zijn er mensen met ernstige afwijkingen, maar zonder veel pijn en mensen met minder aantoonbare klachten die toch veel pijn ervaren. De volgende klachten kunnen voorkomen:
- Pijn en stijfheid, als gevolg van bot op bot contact
- Stijfheid bij het begin van bewegen, ook wel startstijfheid genoemd. Meestal verdwijnt deze stijfheid na een paar minuten tot een half uur
- Ernstige vervormingen van de gewrichten
Artrose kan verschillende oorzaken hebben:
- Als gevolg van het verouderingsproces, waarbij het kraakbeen van mindere kwaliteit wordt
- Overbelasting door bepaalde sporten of werk
- Artrose kan ook optreden na een breuk of eerdere blessure(s) in het gewricht
Als gevolg van de pijn en stijfheid heb je de neiging minder te gaan bewegen. Beweging zorgt er echter voor dat de gewrichtsvloeistof voedingstoffen naar het kraakbeen kan vervoeren waardoor dit in een betere conditie blijft. Ook zorgt je door voldoende beweging en oefeningen voor sterkere spieren. Hierdoor komt er minder druk te staan op het gewricht en kun je voorkomen dat klachten verergeren.