In 2022 wordt de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden. Dit heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in 2016 bekend gemaakt. De AOW-leeftijd wordt gebaseerd op ramingen van de levensverwachting van het Centraal Bureau van Statistiek (CBS). Doordat de levensverwachting de komende jaren verder zal stijgen zal daarmee ook de AOW leeftijd blijven oplopen. Welke impact heeft de vergrijzing en oplopende AOW leeftijd op de duurzame inzetbaarheid van medewerkers? En waar kun je binnen vitaliteitsmanagement het beste de focus op leggen? Lees er meer over in dit artikel.
‘Een strategisch vitaliteitsbeleid in 5 stappen’
Vitaliteit staat hoog op de agenda. Maar hoe ontwikkel je een strategisch vitaliteitsbeleid? Je leest het in deze praktische handleiding voor HR-professionals.
45-67 jarigen in 2022 de grootste groep werkenden in Nederland
De komende decennia vergrijst de Nederlandse bevolking sterk. Het aantal 65-plussers neemt naar verwachting toe van 2,7 miljoen in begin 2012 tot 4,7 miljoen in 2040. Opzienbarende cijfers maar voor werkgevers niet zo van invloed omdat de AOW leeftijd daar zo ongeveer begint. Het is dan ook interessanter te kijken naar de groep 45-67 jarigen. De bevolkingspiramide van het CBS laat zien dat ver weg de grootste groep Nederlanders in 2022 in de leeftijdscategorie 45-67 jarigen valt.
Ziekteverzuimpercentage stijgt met de leeftijd
Wanneer werknemers ouder worden is de kans groter dat zij langer en vaker verzuimen. De kosten die verzuim en productiviteit verlies met zich meebrengen zullen de komende jaren dus verder toenemen tenzij werkgevers en werknemers op grote schaal met vitaliteitsmanagement aan de slag gaan. Interessant is de vraag waar je je als werkgever voornamelijk op zou moeten richten. Om hier een antwoord op te vinden moeten we verder inzoomen op de oorzaken van het stijgende verzuim onder 45-67 jarigen.
Na 45e levensjaar meer ziekteverzuim door bewegingsapparaat klachten
De oorzaken van middellang/langdurig ziekteverzuim (langer dan 3 à 4 weken) verschillen per levensfase. Tussen het 25e en 45e levensjaar wordt het meeste verzuim veroorzaakt door psychische aandoeningen. Hierna neemt het aandeel werknemers dat verzuimt wegens klachten aan het bewegingsapparaat de overhand. RSI en aspecifieke lage rugklachten zorgen voor langdurig verzuim: de helft van de werknemers met deze klachten verzuimt minimaal één maand. Eén op de negen werknemers met RSI klachten is blijvend (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt. Lees hierover meer in het artikel ‘Vitaliteitsmanagement ter voorkoming van fysieke klachten: zin of onzin‘.
Een aanpak die hierbij zijn effect heeft bewezen is de inzet van bedrijfsfysiotherapie op het werk. Een goede investering die direct rendement oplevert. Kosten worden bespaard door het terugdringen van verzuim en de verleturen besparing doordat werknemers geen halve dag vrij hoeven te nemen om naar een bedrijfsfysiotherapeut te gaan.
Verzuim boven 55 jaar: 80% leefstijl gerelateerd
Ook het verzuim veroorzaakt door ‘overige lichamelijke aandoeningen’ neemt toe en wordt zelfs de grootste veroorzaker van verzuim bij 45+ers. Met overige lichamelijke aandoeningen wordt bedoeld: hart- en vaatziekten, maag- en darmklachten, neurologische aandoeningen, urogenitale klachten, longklachten etc.
Op het eerste gezicht zijn dit aandoeningen die horen bij veroudering en dus niet beïnvloedbaar zijn. Maar hier maken veel mensen (gelukkig) een denkfout. Onderzoek heeft uitgewezen dat 80% van alle zorgkosten wereldwijd wordt veroorzaakt door chronische aandoeningen. Slechts 8 leefstijl gedragingen blijken hier ten grondslag aan te liggen.
Deze 8 gedragingen zijn ongezonde voeding, weinig beweging, te weinig slaap, alcoholgebruik, roken, niet goed om kunnen gaan met stress, gebrek aan gezondheidscontroles en in de basis te weinig aandacht voor de gezondheid. Veel van de ‘overige fysieke aandoeningen’ worden dus veroorzaakt door een langdurige ongezonde leefstijl. Het heeft voor werkgevers dus wel degelijk zin om binnen het vitaliteitsbeleid aandacht te schenken aan een gezonde leefstijl en een cultuur te creëren die bijdraagt aan vitale en duurzaam inzetbare medewerkers. Op korte termijn heeft dit effect op het imago van de werkgever en zorgt voor een positieve vibe in het bedrijf. Op de lange termijn zal dit, zeker met voorgaande cijfers in ogenschouw genomen, een waardevolle investering zijn.